zaterdag 3 november 2007

Een Terrorist in de Kamer: Farah Karimi

door Mariella Konings



In Nederland zit percentueel gezien een hoog aantal politici in het parlement die buiten Nederland zijn geboren en getogen. Vaak zijn ze repressieve regimes in hun eigenland ontvlucht en worden geloofd en geprezen vanwege het feit dat zij de westerse vrijheid en de kansen die Nederland biedt met beide handen hebben aangegrepen om een beter leven voor zichzelf te maken. Doordat ze zich ontworsteld hebben aan de onderdrukking in hun thuisland weten zij de waarde van vrijheid van meningsuiting en democratie vaak veel beter in te schatten dan zij die in vrijheid geboren worden.

Maar wat nu als vervolgens blijkt dat deze bejubelde politici ooit zelf tot een terroristische organisatie hebben behoord?

Een ingeburgerde politicus die vervolgens een terroristisch verleden bleek te hebben is Farahnaz “Farah” Karimi (1960), de Iranese vluchtelinge die een indrukwekkende carrière maakte in de Nederlandse politiek.

In 1989 arriveerde zij in Nederland. Ze begon, naast functies binnen Vluchtelingenorganisaties en organisaties voor vrouwenrechten, in 1991 voor GroenLinks te werken. In 1997 werd ze partijlid van GroenLinks, en belandde datzelfde jaar nog in de landelijke politiek.
Meer dan 8 jaar lang zat Farah Karimi voor GroenLinks in de Tweede Kamer, en was daarbij de woordvoerster van het buitenlandbeleid van de partij. Ze ontpopte zich als een doortastende politica. Volgens persbureau Novum was Karimi “de afgelopen jaren vaak de eerste Nederlandse politicus die gebieden bezocht waar een crisis was uitgebroken, zoals Kosovo, Albanië, de Palestijnse gebieden, Irak, Iran en Afghanistan.” (1) Ook bezocht Karimi een vluchtelingenkamp in Pakistan vlak na de aanslagen van 9-11, in oktober 2001. (2)

Maar toen werd in 2005 bekend dat zij lid was geweest van de beruchte terreur organisatie MEK. En dat plaatste Farah Karimi opeens in een heel ander daglicht.

De Mujahedeen e-Khalk

In de nacht van 26 juni 2007 werden meer dan 50 benzine stations in Iran in lichterlaaie gezet terwijl politiebureaus en politiewagens aangevallen en in brand gestoken werden tijdens een “spontane volksopstand” tegen het regime in Teheran.
En terwijl het westen de vrijheidsstrijders bejubelde in haar pogingen op te staan tegen het kwaadaardige regime in Iran werd snel duidelijk dat het helemaal geen spontane volksopstand was, maar een gecoördineerde aanval die was georganiseerd door de beruchte Iranese “Mujahedeen e-Khalk” of “MEK”.

Niet alleen is de MEK is een sekte waarvan de leden zijn onderworpen aan hersenspoeling; de groep heeft zich decennia lang gericht zich op het plegen van bomaanslagen op burgers, politici, rechters, politie commissarissen en hoge militairen. Om die reden werd de groep jaren geleden op de Amerikaanse lijst van verboden terreurorganisaties geplaatst. Toch weerhoudt dit de huidige westerse politici niet om de MEK binnen te halen als het nieuwste wapen om het regime van Iran omver te werpen.

De Mujahedeen e-Khalk (MEK), Mujahideen Khalk Organisation (MKO) of de “Volks Mujahedeen” is revolutionaire marxistische groep die in de jaren ’60 werd opgericht door Massoud Rajavi.
De MEK is een marxistische sekte die geleid wordt door het echtpaar Massoud en Maryam Rajavi. Rond Massoud en zijn vrouw Maryam heeft zich een persoonlijkheidscultus ontwikkeld, waarbij Maryam door de leden als een soort profetes wordt vereerd. De leden worden gehersenspoeld en strikt gescheiden gehouden, terwijl de Rajavi’s hun leven dicteren en hun daden beheersen.
Ze volgen zware militaire trainingen in kampen in Irak om de strijd aan te binden tegen de Iraanse regering. Zo hebben ze hun wapens achtereenvolgens op de Shah gericht, vervolgens op de Ayatollahs van Khomeini en nu hebben ze het regime van Ahmedinejad tot doelwit gekozen. Hun doel is om de Iraanse regering omver te werpen en Maryam aan het hoofd van Iran aan te stellen.

Vrij uniek aan de MEK is dat het een sterke feministische inslag heeft. Daardoor oefent de groep een grote aantrekkingskracht uit op meisjes en vrouwen. Het MEK bestaat dan ook voor een groot gedeelte uit vrouwen.

Toen hij Maryam ontmoette, was Massoud Rajavi getrouwd met de dochter van de toenmalige president van Iran, Bani Sadr. (3)
Maar toen hij Maryam zag besloot hij dat zij zijn nieuwe vrouw zou worden. Hij begon zijn ideologieën te doorspekken met feministische gedachtegoeden om Maryam op een voetstuk te plaatsen, en al snel stond zij naast hem en leidden ze samen de MEK.

De organisatie bleef obscuur totdat de opstand tegen het regime van de Shah begon. Op dat moment sloot de MEK zich aan bij de islamitische revolutionairen van ayatollah Khomeini. Ze assassineerden bestuurders en politie en pleegden bomaanslagen. Vervolgens was de MEK betrokken bij de bezetting van de Amerikaanse Ambassade in Teheran, waar ze samen met Khomeini’s revolutionairen een groep Amerikanen 444 dagen gegijzeld hielden. (4)

Nadat de Shah in 1979 was afgezet gaf Khomeini het bevel dat de MEK ontwapend moest worden. De MEK weigerde dit, en opende de aanval op hun voormalige bondgenoten, waarbij ze politici via bomaanslagen tot doelwit maakten. Ze gingen zo ver dat ze zelfs de premier en de president doodden. The Guardian schrijft: “MKO leden hervatten de terreur tactieken die tijdens het tijdperk van de Shah werden uitgevoerd, het assassineren van hogere functionarissen en er dan vandoor scheuren op snelle motoren. De ondergrondse oorlog tegen de regering bereikt een piek in juni 1981, toen een serie bommen in het centrum van Teheran explodeerden tijdens een belangrijkje politieke ontmoeting. De bom doodde 72 mensen, onder wie de president van het opperste gerechtshof Mohammad Behesti, een hogere ambtenaar nauw aan de ayatollah’s verbonden, ministers van de regering, een aantal parlementsleden en ambtenaren. Een maand later werden de president, Mohammad-Ali Rajei, en de minister president, Javad Bahonar gedood in een bomaanslag.” (5)

Khomeini gaf vervolgens het startsein om de MEK met wortel en tak uit te roeien. Duizenden leden werden gearresteerd en gemarteld in de beruchte Evin gevangenis, terwijl Massoud Rajavi in vermomming naar Frankrijk vluchtte. Daar richtte hij de ‘Nationale Raad van Verzet in Iran’ op (National Council of Resistance in Iran), en dit zou uitgroeien tot de “politieke tak” van de MEK.

In Frankrijk leerde de MEK de waarde van de westerse media. De National Council of Resistance in Iran begon al snel te functioneren als een gelikt propaganda apparaat wat een niet onaanzienlijk deel van hun campagnes oriënteerde op het presenteren van gladde boodschappen over ‘seculiere democratie’ en ‘gelijke rechten voor vrouwen’ aan westerse politici en de westerse media. Ondertussen was de National Council of Resistance in Iran steeds meer een platform van de persoonlijkheidscultus rondom Maryam Rajavi, die sindsdien steevast de “Gekozen President” van Iran wordt genoemd.

Maar Frankrijk daalde in 1986 neer op de MEK in hun land; de autoriteiten sloten het hoofdkwartier en gooide Massoud Rajavi het land uit. Hij vluchtte vervolgens naar Saddam Hussein in Irak.

Op dat moment was Saddam de aartsvijand van Iran; beiden waren in een langdurige loopgravenoorlog verwikkeld waarbij ze elkaar bestookten met gifgas en waarin meer dan een miljoen soldaten in Iran alleen sneuvelden.
Saddam nam Rajavi onder zijn vleugel en liet de MEK toe in Irak. Hij begon ze te financieren en bewapenen, en liet hen militaire kampen opzetten nabij de grens met Iran. Van hieruit lanceerde de MEK aanvallen op Iran, en voorzag Saddam tegelijkertijd van inlichtingen over zijn vijand. Ze doneerden manschappen die naast het Irakese leger meevochten, terwijl Massoud Rajavi voor Saddam doelen in Iran aanwees om te bombarderen.

Zelfs nadat de oorlog tussen Iran en Irak in 1988 afgelopen was door middel van een wapenstilstand, gaf de MEK in Irak de aanvallen op Iran niet op. Onmiddellijk nadat beide zijden de wapens hadden neergelegd organiseerde Rajavi een enorm offensief over de grens om Iraanse doelen aan te vallen. Hierop lieten de Iranese autoriteiten de Revolutionaire Garde keihard neerdalen op de MEK, waarbij ze massaal werden afgeslacht.

De MEK in Irak hielp Saddam ook om de Irakese bevolking te onderdrukken. Tijdens de enorme volksopstanden van de Koerden en de Sjiieten in 1991 assisteerde de MEK Saddam’s troepen om de opstanden bruut neer te slaan. Wederom vestigden ze hiermee hun reputatie als slachters. Hun aandeel voor de massaslachting van de Koerden en de Sjiieten maakte de MEK de meest gehate ‘politieke’ groep van Irak.

Ook tijdens de jaren ’90 gingen de MEK vanuit Irak onvervaard door met de aanvallen op Iranese doelen: in 1982 viel de MEK 13 Iranese ambassades rond de wereld aan, en in 1994 bliezen zij Iranese olie faciliteiten en het belangrijke heiligdom, de Mahsad Schrijn, op in een serie bomaanslagen. In 1999 vermoordden zij de Chef Staf van de Iranese strijdkrachten, terwijl zij in 2000 en 2001 een aantal mortiergranaten afvuurden op Iranese regeringsgebouwen en een moordaanslag plaagden op een hoge militaire commandant. (4)

Het is grotendeels vanwege deze aanslagen op het Iraanse regime dat de MEK op de lijst van verboden buitenlandse terreurorganisaties van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken werd geplaatst. Hun bankrekeningen werden bevroren, wat altijd een teken is dat het de Amerikanen ernst is.
Maar toen, opeens, begon de MEK steun te krijgen vanuit onverwachte hoek terwijl steeds meer Britse en Amerikaanse politici hen opeens begonnen te steunen. Zo ondertekenden bijvoorbeeld 150 leden van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden in oktober 2000, en opnieuw in november 2002, een verklaring waarin de MEK gesteund werd. Ze noemden de terreur organisatie een “legitieme verzetsbeweging” en een “grote speler” in de strijd tegen het terrorisme. (4)

Op 15 januari 2003 plaatste de MEK zelf een advertentie in de New York Times, die een hele pagina besloeg. Daarin pochte de organisatie onder meer over de steun die zij van de 150 Amerikaanse Congresleden had ontvangen. (3)

Het feit dat een verboden buitenlandse terreurorganisatie een paginagrote advertentie in de grootste krant van de VS had laten plaatsen zorgde voor verwarring in de VS. Een woordvoerder van de FBI zei tegen Insight Magazine dat het “onduidelijk” was of het verboden was voor terroristische organisaties om te adverteren in kranten, en dat het “onduidelijk” was of de New York Times de wet had overtreden door geld van een terreurgroep te accepteren op het moment dat de bankrekeningen van de organisatie op bevel van de regering bevroren waren. (3)

Ondertussen werkten bepaalde politici in 2002 koortsachtig om de MEK te accommoderen. Afgevaardigde Sam Brownback (R-Kansas) ontwierp een wet om “oppositie groepen” als de MEK met $50 miljoen te financieren om het Iranese regime omver te werpen. Tom Tancredo (R-Colo.) merkte over zijn lofuitingen op de MEK op: “Ik bestrijd niet dat de geschiedenis van de [MEK] niet die van de Padvinders is.” (3) Afgevaardigde Sheila Lee Jackson (R-Tx.) zei: “Degenen die bereid zijn om naar de frontlinie van de democratie te gaan moeten niet worden aangevallen omdat ze terrorist zijn of omdat ze een regering willen ondermijnen, maar ze moeten gerespecteerd worden als (mensen) die in het diepst van hun hart geloven dat vrijheid soms belangrijker is dan veel andere dingen.” (4)

En toen, in maart 2003, leidden de Amerikanen de invasie van Irak. De MEK verloor de bescherming en steun van Saddam Hussein en Massoud Rajavi verdween. Er is sindsdien niets meer van hem vernomen.

Nadat Saddam zijn macht had verloren en Massoud spoorloos was verdwenen zag het er voor Maryam slecht uit. Op 17 juni 2003 deed de Franse politie een grote inval in het politieke hoofdkwartier van de MEK in Auvers-sur-Oise, en arresteerde Maryam Rajavi en 160 van haar aanhangers. De Fransen vermoedden dat de MEK hun militante hoofdkwartier ook naar Frankrijk wilde verplaatsen, om zo een basis te hebben om binnen Europa aanslagen te plegen op Iraanse doelen.
Onmiddellijk organiseerden MEK leden in Frankrijk, Engeland en Nederland demonstraties bij de Franse ambassades waar ze uit protest hun oogleden en monden dichtnaaiden. Bovendien staken 9 leden zichzelf in brand.

Desondanks leek de MEK definitief uitgerangeerd; Massoud was verdwenen en Maryam en haar harde kern waren gearresteerd. Zowel Iran als Irak was hevig geïnteresseerd om de MEK te berechten voor hun terreuraanslagen. Maar terwijl journalisten, terreur analysten en politieke experts het erover eens waren dat de MEK geen enkele rol van belang meer zou spelen, kreeg de VS steeds hevige interesse in de Iraanse inlichtingen die de MEK hen zou kunnen geven.

Reza Aslan, in een column in de Los Angeles Times: “Na de V.S. geleide invasie van Irak werden leden van de MEK verzameld en vastgezet door het Amerikaanse leger. De Iraniërs, gretig om hen in handen te krijgen, gingen overleg aan met Amerikaanse functionarissen om een gevangenenruil te bewerkstelligen, en boden Taliban en al Qaeda strijders die ze gevangen hadden aan in ruil voor leden van de MEK. De Irakis, die de groep veroordeeld wilde zien vanwege de rol in de massaslachting van de Sjiieten en Koerden na de Golf Oorlog, ondersteunden het overleg. Echter, voordat de gesprekken een conclusie bereikten, was er op onverklaarbare wijze een beschermde status aan de MEK verleend onder de Conventie van Genève.” (6)

Opeens begon de MEK in het westen aan politiek belang te winnen. Hun politieke tak in Frankrijk, de National Council of Resistance in Iran, begon wederom aan een marketing campagne voor de westerse media om zichzelf in een fraai daglicht te plaatsen. De MEK was heel bewust geworden hoe belangrijk het beeld was dat het westen van hen had. Ze bombardeerden de westerse media nu dus met boodschappen over seculiere democratie en bevrijding en verzetstrijders en vrouwenrechten. De hoofdboodschap is de omverwerping van het “kwaadaardige” Iranese regime waarna Maryam Rajavi het land zal leiden tot de “vrije verkiezingen”. (7)

De boodschap viel in goede aarde. Generaal Ray Odierno van de 4e Infanterie Divisie, die was aangesteld om de onderhandelingen over de overhandiging van de MEK in Irak te leiden, eiste dat de terroristische status van de Mek werd ingetrokken omdat de groep “toegewijd is aan democratie in Iran.” (7)

En ook in Engeland vond de MEK hooggeplaatste vrienden. In april 2005 werd er een advertentie geplaatst door sympathisanten van de MEK die vonden dat de terreurgroep gelegitimeerd moet worden. Behalve aanbevelingen van diverse mensenrechtenactivisten bevatte de advertentie ook steunbetuigingen van Britse politici als Lord Corbett en Lord Alton. (8)

Terwijl Britse Minister van Buitenlandse Zaken Jack Straw hen een “akelige terroristische organisatie” noemde, waarvan het Britse politici verboden was om ermee in contact te staan, en de zeer gerespecteerde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch een rapport uitbracht waarin verklaringen stonden van voormalige leden over systematische mishandeling, martelingen en sterfgevallen tijdens verhoren door de MEK, deed Lord Corbett het rapport van Human Rights Watch af door te zeggen: “Alle mensen die ze hebben geïnterviewd zijn agenten van de Iranese inlichtingendiensten.” (8)

Nu Iran de nieuwe boeman van de wereld is zien sommige westerse politici de MEK er opeens als een waardevolle bron van informatie over Iran. Naar verluidt verwachten de Amerikanen veel van de inlichtingen die MEK hen kan geven over Iran. In 2007 schreef ex-CIA agent Robert Baer een artikel voor Time Magazine, waarin hij naar de Neocons, en in het bijzonder Elliott Abrams, wees als de bron voor het gebruik van terreurgroepen als de MEK om het regime in Teheran te ondermijnen.
Baer: “Ik kreeg niet lang na de invasie zelfs een telefoontje van een neo-com [sic] die vroeg of ik naar Irak wilde gaan om me met de Mujahedeen-e-Khlaq [sic] bezig te houden, een Iranese dissidentengroep op de terreur lijst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De missie was zogenaamd om inlichtingen te vergaren over Iranese nucleaire faciliteiten.” Baer voegt eraan toe: “Ik sloeg het af, en weet niet hoe het van daar af is gegaan.” (9)

Farah Karimi

Ondertussen zat in Nederland Farah Karimi in de Tweede Kamer. Voor de Iraanse vluchtelinge is het brengen van vrijheid, openheid en democratie in Iran een belangrijke taak in haar leven. Tijdens haar politieke carrière in Nederland heeft ze zich altijd met de Iranese zaak beziggehouden.

Het meest opmerkelijke wapenfeit van Karimi is om via de Nederlandse regering een televisiezender voor Iran op te richten die de bevolking met “kritische” berichtgeving zou informeren. Volgens Karimi is een vrije pers een van de belangrijkste manieren om een volk te bevrijden van een repressief regime.

Dat de Nederlandse regering bereid was om een zendstation te financieren dat op een ander land gericht was, mag op zijn minst opmerkelijk genoemd worden. Op 27 december 2004 schrijft Safa Haeri van IPS: “In een verrassende wending heeft het Nederlandse parlement verleden week een budget van 15 miljoen Euro (20 miljoen Amerikaanse Dollars) goedgekeurd om een nieuwe televisiedienst in Farsi te maken.” (10)

Farah Karimi verklaarde trots dat de zender ‘voor en door Iraniërs’ zou zijn, en dat het opgericht werd om “de leegte van de vrije pers in Iran” op te vullen. (10)

Tegen de BBC verklaarde Karimi dat de nieuwe zender volkomen onafhankelijk zou zijn van de regering en dat, “Net als bij de BBC,” het geld ervoor van belastingbetalers zou komen. “Het project is niet politiek, maar meer gericht op mensenrechten, vrijheid en democratie.” (10)

Hoewel het Ministerie van Buitenlandse Zaken ernstig bezwaar had gemaakt tegen dit hoogst ongebruikelijke wetsvoorstel, werd het toch door de Kamer aangenomen. Iran reageerde argwanend. De Iran Press Service meldt: “Dit is de eerste keer dat een lid van de Europese Unie Iranese dissidenten voorziet van een dergelijk invloedrijk massamedium.” (10)

Alhoewel Karimi de eer voor het voorstel kreeg toegedicht, was het niet haar idee geweest. Vrij Nederland meldt: “Karimi (zelf oorspronkelijk uit Iran) kreeg van een groep voormalige landgenoten het plan voorgelegd.” (11)

Tevens had Karimi het plan van haar voormalige landgenoten niet uitgewerkt met een partijlid, maar met een ideologische opponent; de rechtse Hans van Baalen. Harm Botje en Joël Broekaert schrijven in Vrij Nederland: “Het was een opmerkelijke combinatie: Hans van Baalen (VVD) en Farah Karimi (GroenLinks) die in 2004 samen optrokken. Vaak hadden de twee parlementariërs hoogoplopende meningsverschillen, maar op het onderwerp persvrijheid in Iran vonden ze elkaar.” (11)

Minister Bot besloot echter dat het tv-station een radiozender moest worden, wat hem van Karimi het verwijt van “zwakke knieën” opleverde, en vervolgens werd de resolutie unaniem aangenomen. Er werd 50 miljoen Euro uitgetrokken worden om de zender 2 jaar lang te steunen. De actie schoot de Iranese autoriteiten in het verkeerde keelgat, vooral toen bleek dat een deel van het geld voor de zender van de Amerikaanse organisatie ‘Freedom House’ zou komen, een organisatie die in Iran te boek staat als verbeten op het omverwerpen van het regime. (11)

Het initiatief werd nog kwalijker in de ogen van Iran nadat ook de VS ook had besloten 75 miljoen uit te trekken voor “democratiseringsprojecten” in Iran. Vrij Nederland: “Wat niet echt hielp, was dat de Amerikanen in Dubai onder valse voorwendselen een bijeenkomst organiseerden. Tegen de ingevlogen Iraniërs was gezegd dat niet de Amerikanen, maar de Verenigde Naties de organisatoren waren. De cursisten kregen onder meer voorlichting over de manier waarop in Servië een volksopstand tegen Slobodan Milosevic was georganiseerd. De boodschap was duidelijk: de Iraniërs moesten een netwerk van activisten opzetten die het volk klaar moesten stomen voor de omverwerping van het regime.” (11)

Teheran kreeg het idee dat nederland en de VS onder één hoedje speelden. Vrij Nederland: “De Iranese overheid gooide de afgelopen maanden alles op één hoop. Nederland én Amerika zouden aan een groot complot werken.” Als gevolg van deze gezagsondermijnende ontwikkelingen vanuit het buitenland stelde de Iraanse autoriteiten een klopjacht in op mensen die in verband gebracht konden worden met de Amerikaanse en Nederlandse ‘hulp’. Mensenrechtenactivisten die niets van doen hadden met de initiatieven werden gearresteerd, kantoren gesloten, en bankrekeningen bevroren. Arrestanten werden intensief ondervraagd over hun verbanden met Hivos, de Nederlandse organisatie die onder meer Rooz financierde. (11)
Activisten in Iran klaagden dat de hulp een averechts effect had en zelfs regelrecht gevaarlijk voor hen was. Desondanks besloot de Nederlandse regering in 2007 om nog een 15 miljoen euro in de ‘onafhankelijke media’ te steken die op Iran wordt afgevuurd.

Een paar maanden nadat Karimi’s initiatief voor een kritische zender was aangenomen werd ze aangehouden op een vliegveld in Teheran. Daar werd ze in de nacht van 9 mei 2005 het slachtoffer van “bedreiging en intimidatie” door de militaire autoriteiten. (12)

De militairen zonderden haar af en kopieerden de gegevens uit Karimi’s agenda. (2) (12) (13)
Het bleek dat Karimi in Iran tegenstanders van het regime had bezocht. Ze was 10 dagen in Iran geweest en had daar, volgens De Telegraaf, gesprekken gevoerd met opponenten van het Iranese regime, mensenrechten activisten en hervormingsgezinde parlementariërs. Volgens Karimi was het Ministerie van Informatie van haar bezoek op de hoogte. (14) Maar op het moment dat zij Iran wilde verlaten, werd zij afgezonderd, bedreigd en haar aantekeningen en agenda afgenomen. “Dit is onacceptabel. Zo gaat Iran dus met Nederlandse parlementariërs om.” (14) Karimi maakte zich bovendien ernstig zorgen over de tegenstanders van het regime die zij ontmoet had omdat hun gegevens in haar agenda hadden gestaan. Ze vreesde dat ze gearresteerd zouden worden.

Karimi verklaarde bij terugkomst buitengewoon woedend te zijn over de “schandalige en onbeschofte behandeling” op het vliegveld: “Mijn behandeling was buitengewoon intimiderend (…) Als de autoriteiten een Nederlandse parlementariër al zo behandelen, wat zullen ze dan wel niet doen met de Iraniërs zelf? Ik ben er kapot van.” (14)
Femke Halsema was ook woedend. Op hoge poten verklaarde ze: “... dat bedreiging en intimidatie van een Nederlands staatsburger door buitenlandse autoriteiten niet te accepteren is,” en stond erop dat de Iranese regering ter verantwoording werd geroepen. (12) Halsema eiste dat “Een harde reactie van de Nederlandse regering kan niet uitblijven.” (15)

Volgens Hans van Baalen, VVD Kamerlid, die de behandeling van Karimi “onaanvaardbaar en veelzeggend” vond, moest Minister van Buitenlandse Zaken Bot de intimidatie “op onverbloemde wijze hard afkeuren.” Hij prees Karimi om haar moedigheid. (15)

Halsema zag de behandeling van Karimi als gevolg van het feit dat zij de nieuwszender had opgericht, en beschouwde dat dan ook als een belediging van de Nederlandse regering: “Het initiatief om een satellietzender op Iran te richten is door de Tweede Kamer unaniem omarmd. Door de initiatiefnemer te intimideren, tracht men druk uit te oefenen op de vrije parlementaire besluitvorming in Nederland en dat kan het parlement niet accepteren.” (15)

De Iranese Ambassadeur werd bij de regering op het matje geroepen.

Ondertussen liet Hamid Reza Asefi, woordvoerder van het Iraanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, echter fijntjes weten dat deze “Nederlandse staatsburger” niet als zodanig herkenbaar was geweest. Karimi was op de luchthaven aangehouden terwijl zij met haar Iraanse paspoort reisde: “Juffrouw Karimi is naar het land gekomen met een Iraans paspoort en net als alle reizigers moest zij door de beveiliging op het vliegveld.” (13) Karimi was dus voor de Iraanse autoriteiten niet herkenbaar geweest als Nederlands staatsburger, laat staan als Nederlands politicus met diplomatieke onschendbaarheid. Vanwege haar eigen verdachte gedragingen had Karimi dus de opponenten van het regime, wiens gegevens door de autoriteiten waren gekopieerd, blootgesteld aan gevaar.

Ook met de mate van intimidatie en bedreiging bleek het mee te vallen. Karimi was niet beledigd, bedreigd, uitgescholden, geslagen of verkracht: “Ze maakten me duidelijk dat ze niet blij zijn met mijn initiatief voor een satellietzender gericht op Iran. Ze zeiden dat Iran rust nodig heeft en geen onruststokers. Als ik verder zou gaan met de zender, kan ik bij een volgend bezoek alleen nog mijn familie spreken, was de boodschap. Ze bleven vriendelijk maar waren duidelijk en bedreigend in bedekte termen.” (14)

Enigszins in verlegenheid gebracht door een storm in een glas water nam Buitenlandse Zaken gepaste afstand van het drama. Woordvoerder Bart Jochems verklaarde: “We moeten eerst weten wat er gebeurd is. Als bedreigingen hebben plaatsvonden had dat niet mogen gebeuren. Maar als dit een gewone veiligheidscontrole op een vliegveld was, wel, dat gebeurt in heel veel landen.” (13)

Enkele dagen na het incident op het vliegveld in Teheran kwam Farah Karimi met een heel opmerkelijke onthulling. Ze openbaarde dat zij vier jaar lang lid was geweest van de MEK. Zij had een hoge positie in de organisatie gehad, en werkte zelfs een poos op het MEK hoofdkwartier in Frankrijk.

Zoveel werd duidelijk toen zij op 19 mei 2005 haar autobiografie “Het geheim van het vuur” op de markt bracht (ISBN 9069746379). Hierin beschreef Karimi onder meer hoe zij van 1982 tot 1986 lid was geweest van de MEK.

Direct na deze onthulling prees Groen Links fractievoorzitter Femke Halsema de openheid en moed van Karimi over haar verlangen het Nederlandse volk te informeren over haar verleden bij de terroristische MEK. Ze wees er daarbij nadrukkelijk erop dat de MEK niet als terreurorganisatie te boek stond toen Karimi lid was. (16)

Door de onthulling dat ze een paar jaar bij de MEK had gezeten kwam Karimi’s opmerkelijke politieke carrière in Nederland opeens in een radicaal ander daglicht te staan. Merkwaardig genoeg veroorzaakte dit feit amper commotie: Karimi’s lidmaatschap van de terroristische organisatie werd vervolgens gewoon op haar webpagina van de Tweede Kamer vermeld. (2) En daarmee was de kous af.

Desondanks bevatte de openbaringen onthullende details, met potentieel ernstige gevolgen. Zo was Karimi betrokken bij het vervaardigen van valse verklaringen om asiel te krijgen. Judith Neurink in Trouw: “Karimi heeft als lid van een radicale Iranese verzetsgroep in de jaren tachtig vluchtverhalen verzonnen om andere leden in Frankrijk aan asiel te helpen. (…) Op het hoofdkwartier in Parijs stelde ze in 1985/1986 zeker 150 vluchtverhalen samen door bestaande informatie te combineren.” (17)

Daarnaast bleek ze op onterechte gronden als politiek vluchtelinge te zijn geaccepteerd. Judith Neurink in Trouw: “Karimi kreeg in 1984 op basis van een deels vals vluchtverhaal inDuitsland asiel.” (17) Op basis van valse verklaringen had zij ook in Nederland een A-status toegewezen gekregen, wat in zou houden dat zij haar politieke zetel op zou moeten geven.

Als bevlogen tegenstander van het regime in Iran had Karimi in Nederland jarenlang voor allerlei vluchtelingenorganisaties gewerkt. Dat bleek ook het werkterrein van de MEK in Nederland. De MEK scheen bovendien onder de Iranese asielzoekers in Nederland het gerucht te verspreiden dat Karimi hen bij aankomst aan een verblijfsvergunning zou helpen. Neurink: “De Moedjahidien Khalk is ondanks het etiket 'terreurgroep' nog steeds actief in Nederland, en rekruteert al jaren nieuwe leden onder asielzoekers. De inlichtingendienst AIVD vertelde Karimi in 2002 dat dit gebeurde door aspirant-leden te vertellen dat de organisatie hen via het Kamerlid Karimi aan een status helpt. ‘De Moedjahidien hebben mijdaar nooit over benaderd’, zegt Karimi desgevraagd. ‘En nee, ik heb daarover geen contact met ze opgenomen. Dat zou niets uithalen. Ze misbruiken alles in deze wereld.’” (17)

Ook had Karimi, die in 1983 in Duitsland arriveerde en daar de status als politiek vluchtelinge kreeg, voor de terreurgroep fondsen geworven. Neurink: “Ze zamelde op straat in Duitsland geld in, waarvan ze wist dat het niet naar slachtoffers van het Iranese regime ging, maar naar wapens voor de verzetsgroep.” (17)
Daarna dook ze in Frankrijk op, en werkte daar op het MEK hoofdkwartier aan het vervalsen van verklaringen voor Iranese asielzoekers. Naar eigen zeggen brak zij met de organisatie in 1986, maar 1986 was toevallig ook het jaar dat de Franse regering in een politieactie met veel machtsvertoon het Franse hoofdkwartier van de MEK sloot en Massoud Rajavi het land uitgooide.

De vraag was dan ook terecht of Farah Karimi wel echt met de MEK had gebroken, of dat zij haar hoge machtspositie binnen de Nederlandse politiek misbruikte om het doel van de MEK te bevorderen. De doelen waaraan zij werkte nadat zij de MEK had verlaten zijn de exacte doelen van de MEK; het vervangen van het regime in Iran, en het brengen van vrouwenrechten en ‘seculiere democratie’.

In 2006 besloot Farah Karimi de Nederlandse politiek achter zich te laten voor een hogere functie. Karimi trad in dienst van de VN en werd een hogere adviseur van het UNDP project SEAL, dat een wetgeving voor Afghanistan probeert te maken.
Daarnaast ging zij een bijdrage leveren aan de Iranese media organisatie Rooz, gesitueerd in Frankrijk. Rooz wordt gesubsidieerd door de Nederlandse liefdadigheidsinstelling Hivos.

In 2007 interviewde Rooz haar, en vroeg hoe het was om als Iranese vrouw in Nederland een politieke carrière te doorlopen. Farah Karimi wees erop hoe makkelijk het in feite was geweest: “Ik vond mijn weg in het parlement slechts 9 jaar nadat ik naar dit land was gekomen als een politiek vluchteling die ook geen Hollands sprak. Ik leerde de taal na aankomst in 1989 en studeerde internationale betrekkingen. Ik begon met de Hollandse Groene Partij te werken in 1991. In 1994 begon ik voor een NGO te werken die zich bezighield met de rechten van buitenlandse vrouwen en beheerde een project voor hen. Uiteindelijk werd ik in 1997 lid van de Groene Partij en kreeg direct promotie naar de raad van bestuur van de partij. In datzelfde jaar werd ik in het parlement gekozen.” (18)

Karimi roemde tegenover Rooz de openheid van het Nederlandse politieke systeem: “Iemand kan na slechts 5 jaar een burger worden.” Rooz voegt daaraan toe: “En zo gekwalificeerd om in het parlement te dienen.” (18)




Bronnen:

(1) “GroenLinks-Kamerlid Farah Karimi niet herkiesbaar”, Novum, 9 juli 2006,
http://www.nieuws.nl/253741

(2) “Drs. F. Karimi”,
http://www.parlement.com/9291000/biof/02255

(3) “‘Gray Lady’ runs ad for terrorists”, Kenneth R. Timmerman, WorldNet Daily, 24 Jan. 03,
http://www.worldnetdaily.com/news/printer-friendly.asp?ARTICLE_ID=30657

(4) “Don’t Confuse This Group with Freedom Fighters”, Tom Knowlton, Dec. 11, 2002,
http://www.sftt.org/dwa/2002/12/11/2.html

(5) “Friends in high places”, The Guardian, July 15, 2003,
http://www.guardian.co.uk/iran/story/0,12858,998656,00.html

(6) “A Cult Is Trying to Hijack Our Iran Policy”, Reza Aslan, LA Times, Dec. 10, 2004,
http://fairuse.1accesshost.com/news2/latimes439.htm

(7) “The Cult of Rajavi”, Elizabeth Rubin, The New York Times, July 13, 2003,
http://www.nytimes.com/2003/07/13/magazine/13MUJAHADEEN.html?position=&ei=5007&en=6b6a11b0fdb450b1&ex=1373428800&ad

(8) “US-Protected ‘Tank Girl’ Army Accused Of Torture”, David Leigh, The Guardian, May 30, 2005,
http://www.guardian.co.uk/usa/story/0,12271,1495712,00.html
http://www.rense.com/general65/cef.htm

(9) “More Bad Intelligence on Iran and Iraq”, Robert Baer, May 24, 2007, Time,
http://www.time.com/time/world/article/0,8599,1624993,00.html

(10) “Iranians to have a television from Holland”, Safa Haeri, IPS, 27 december 2004,
http://www.iran-press-service.com/ips/articles-2004/december/television_271204.shtml

(11) “Nederlandse steun mediaprojecten in Iran gaat door”, Harm Ede Botje & Joël Broekaert, Vrij Nederland, 7 juli 2007,
http://www.vn.nl/Buitenland/ArtikelBuitenland/NederlandseSteunMediaprojectenInIranGaatDoor.htm

(12) “GroenLinks hevig geschrokken over bedreiging Farah Karimi in Iran”, Femke Halsema, GroenLinks, 10 mei 2005,
http://www.nieuwsbank.nl/inp/2005/05/10/R301.htm

(13) “Iran plays down Dutch row over alledged mistreatment of lawmaker Farah Karimi”, 16 mei 2005,
http://www.payvand.com/news/05/may/1115.html

(14) “Militairen bedreigen Kamerlid Karimi in Iran”, De Telegraaf, 10 mei 2005,
http://www.prime95.nl/Persian/Iran%20NL/kamerlid%20karimi.htm

(15) “VVD en GroenLinks eisen actie Bot tegen Iran”, De Telegraaf, 10 mei 2005,
http://www.prime95.nl/Persian/Iran%20NL/kamerlid%20karimi.htm

(16) “‘Lidmaatschap kamerlid terroristische organisatie’”,
http://intel.web-log.nl/intel/2005/06/_lidmaatschap_k.html

(17) “Groenlinks kamerlid heeft bedenkelijk verleden”, Judith Neurink, Trouw,
http://johandewitt.web-log.nl/johandewitt/2005/05/groenlinks_kame.html

(18) “Interview With Farah Karimi”, Sepideh Abdi, Rooz, 01-09 2007,
http://www.roozonline.com/english/archives/2007/01/interview_with_farah_karimi.html

Geen opmerkingen: